M I X E D
MIXED 8e editie
MIXED is inmiddels onder de vaste bezoekers van de Kunstlijn Haarlem een begrip geworden.
Voor de 8e keer is nieuw werk te zien van deze groep kunstenaars, waar onderdeel vanuit maken:
René van den Bos, René Eicke, Els Moes, Anne Rose Regenboog en Tonneke Sengers in Ateliercomplex Het Hoofdkantoor, Waarderweg 78 in Haarlem.
Een sobere, abstracte beeldtaal, dat balanceert op de grens van de Concrete Kunst en het minimalisme, karakteriseren het werk van de kunstenaars
René van den Bos, René Eicke, Els Moes, Anne Rose Regenboog, Tonneke Sengers.
De beeldvullende monochrome vlakken, met rasters van gesneden lijnen, zijn composities van René van den Bos, waarbij verschillen in licht en donker zichtbaar worden door minimale verschillen in de tussenruimtes.
Door het systematisch ordenen en stapelen van rafelig gescheurde repen papier of het trekken van lijnen in verse verf van Els Moes ontstaat er een ingetogen monochroom reliëf van subtiele lijnen. De installatie van Anne Rose Regenboog bestaat uit open draadobjecten in de vorm van kubussen, waarbinnen allerlei karakteristieke configuraties gestalte krijgen. Hierdoor ontstaat een drie dimensionaal lijnenspel waarbinnen de ruimte nergens opgesloten wordt. Ordening, met de innerlijke behoefte om dingen steeds weer een nieuwe plaats te geven, binnen rasters en patronen, is wat het werk van René Eicke typeert. Eicke werkt in verschillende technieken. Door veranderingen, verschuivingen en herhalingen ontstaan diverse patronen en/of intensiteiten waardoor enkele vormen dynamisch kunnen opdoemen of verdwijnen. Sterk gerelateerd aan architectuur is het werk van Tonneke Sengers. Zij werkt met minimale middelen om daarmee optimale ruimtelijke effecten te creëren. De abstract geometrische vormen zijn toepasbaar op ieder formaat. De opengewerkte aluminium wandsculpturen hangen iets van de muur af, waardoor er schaduwen en ruimtelijkheid ontstaat. In de muurschilderingen weet zij hetzelfde effect te benaderen.
BlendProjects.nl
René van den Bos
‘Vanaf 2015 ben ik mij meer gaan richtten op schilderijen waarin ik mij meer ging beperken om de gesneden lijnen te laten zien. Lijnen van verf die elkaar kruisen in horizontale en verticale richting.
Een raster, eerder in zwarten en grijzen maar nu ook in kleur. Soms als monochroom of in een twee of driedeling waarbij het oppervlak van het schilderij zich in die deling scheidt in verschillen van licht en donker. De vergankelijkheid in mijn werk is het gebaar van de grovere brede penseelstreek die als een lichtbundel in verticale voorstelling zich toont. Daar waar deze plaatsbepaling zich voordoet is het gebied van het mengen van de verf ontstaan. Het wit mengt zich daar met de gekozen kleur. Constructief in de opbouw maar op vergankelijke wijze gehandeld in het werkproces waar toeval een rol gaat spelen. De fysieke handelingen tonen zich in een raster die zich langzaam openbaart, waarbij de gelaagdheid van de verf tenslotte een uitbundig reliëf laat zien. De millimeterlijnen die in horizontale en verticale richting van elkaar minuscuul in maatvoering afwijken bepalen hoe het schilderij ritmisch wordt onderbroken en daarmee in beweging wordt gezet in al zijn nuances en een zacht zinderend oppervlak laat zien tussen licht en donker. In de bijna monochrome schilderijen wordt de werking van kleur duidelijk gemaakt hoe het fijne raster in de voorgrond zich mengt met de gelegen achtergrond. Bijvoorbeeld de blauwe lijnen over een geel vlak geeft optisch een groene gloed, en zo speel ik met die wetmatigheden om vanuit de primaire kleur een secondaire kleur te verkrijgen die niet geschilderd is. Citaat Alex de Vries in Mister Motley1 n.a.v. de tentoonstelling ‘’Order is half of life” in De Vishal te Haarlem in 2017: “Bij René van den Bos is het raster een spanningsveld van geometrische abstracties. De verhoudingen binnen de getrokken kaders zinderen ten opzichte van elkaar. Er ontstaat daardoor binnen ieder werk een vorm van een luchtspiegeling, alsof alle onderdelen van het beeld buiten zichzelf treden en elkaar overlappen, terwijl er toch duidelijke grenzen zijn aangegeven. Steeds interfereert er iets waar je niet de vinger op kunt leggen. Ieder element van zijn schilderijen en tekeningen is weliswaar afzonderlijk waarneembaar, maar gezamenlijk verstoren ze de verhoudingen die je wilt duiden. In het werk van René van den Bos onderga je de ervaring dat je door een open deur wilt stappen, waarbij je over het hoofd ziet dat er een glazen afscheiding is. Je loopt onverhoeds ergens tegenaan waar je niet op had gerekend.” In die zin laten mijn schilderijen zien dat ik gefascineerd ben door de grondbeginselen van de schilderkunst. Lijn, ritme, kleur en materialiteit geven mij de ruimte deze te benutten zonder anekdotes te willen gebruiken. Geconcentreerd onderzoek ik de mogelijkheden van het schilderen door te bewegen tussen het rasterpatroon en het schildergebaar in textuur en structuur. Mijn interesse voor de formele aspecten van het schilderen heeft zich nooit beperkend opgesteld. Eindeloos variëren, alles bepaald vanuit een intuïtie zonder aan mijn uitgangspunten te knagen. Ik suggereer een vlak door herhalingen van smalle lijnen die wel of niet wordt onderbroken, ik neem de vrijheid consequent te zijn maar niet vast te blijven houden aan al te strakke regels.’
René van den Bos 2018
René Eicke
Verstoring in relatie tot ordening of system is onderdeel van mijn werk. De intensiteit of hevigheid van de verstoring verschilt per individueel werk. Zo kan het beeld in zijn geheel, in zijn delen, of samenhangen en functies ontregeld worden. De verstoring is ontwikkelt vanuit de binnenste structuur van de schildering. Het gaat hierbij niet om een algehele ontwrichting die tot chaos zou kunnen leiden maar juist in tegendeel om een zich langzaam opbouwende perceptueel werkende verstoring die het proces van waarnemen kan onderbreken en verandering van structuur in gang kan zetten.
“Ik werk met een meer of minder voelbaar system en een meer of minder zichtbare en voelbare afwijking. Deze veroorzaakt een meer of mindere onrust.
Als schilder interesseert mij de afwijking in het geordende en de vraag wat veroorzaakt deze nieuwe verhouding. Ordening is heel diep geworteld. Er is een innerlijke behoefde telkens weer de dingen een plek te geven. Telkens weer deze uitdaging aan het niet geordende.
Ook al is de behoefde, ordening op de eerste plaats te zetten en de afwijking te onderwerpen, is het wel een overweging waard om ordening en niet ordening dezelfde aandacht te geven en onder ogen te zien. Beide als met elkaar verbonden, van elkaar afhankelijk. Of als wisselwerking, als doorlopend proces, als naast elkaar dat niet met elkaar te verenigen is, te aanschouwen.
Het is dan wel de vraag of hier ergens een gebied ligt waar het mogelijk is aan regels, persoonlijke of publieke, te ontsnappen.
Mij interesseren tegenstellingen zoals het geplande en het toevallige, het berekenbare en het onvoorziene.
Ik werk met het raster als ordeningsprincipe. Een structuur door die het ‘genaue en ungenaue’ zichtbaar werden kan. Kleine veranderingen en verschuivingen kunnen hier een nieuwe identiteit laten ontstaan. Ik werk met de herhaling van vorm waardoor patronen kunnen ontstaan of intensiteiten en krachten van de enkele vormen die constant opdoemen of verdwijnen.
De herhaling betekent voor mijn werk onderscheid maken. De herhaling bestaat op basis van de intensiteit van het verschil.”
René Eicke
august 2017
Door het systematisch ordenen en stapelen van rafelig gescheurde repen papier of het trekken van lijnen in verse verf ontstaat er een ingetogen monochroom reliëf van subtiele lijnen of vlak.
Anne Rose Regenboog
Tijdens het weekend van Kunstlijn Haarlem worden wandobjecten geëxposeerd. Het is serieel werk begonnen vanuit een elementaire module: open draadobjecten van 20 x 20 x 20 cm waarbinnen allerlei karakteristieke configuraties gestalte krijgen. Hierdoor ontstaat een drie dimensionaal lijnenspel waarbinnen de ruimte nergens opgesloten wordt.
Onder invloed van daglicht kan een speels lijnen/vlakkenspel op de wand ontstaan waardoor de vormen een extra dimensie krijgen.
De kubussen zijn gemaakt van metaaldraad en onder verschillende weersomstandigheden buiten opgehangen voor de roest patina. De roesttinten zijn heel gevarieerd van kleur.
Tonneke Sengers
In dialoog met de ruimte rondom
Het werk van Tonneke Sengers is sterk gerelateerd aan architectuur. Van meet af aan. Sengers studeerde monumentale vormgeving aan de Gerrit Rietveld Academie waar, geheel in de traditie van de Arnhemse School, de samenhang tussen beeldende kunst en architectuur centraal stond. Haar muurschilderingen en muursculpturen gaan in dialoog met de architectonische ruimte zelf. Bovendien hebben ze vaak elementaire architectonische aspecten zoals skylines en gevelvlakken als uitgangspunt.
Sengers werkt met minimale middelen: lijnen, rasters en vierkanten. Daarmee worden optimale ruimtelijke effecten gecreëerd. Deze abstract geometrische vormentaal is toepasbaar op elke schaal zonder dat zij aan kracht verliest. Inspiratiebronnen bevinden zich in de directe omgeving, met name daar waar opvallende contrasten tussen open en gesloten ruimten zich aandienen; in schaal uiteenlopend van vensterenveloppen en gaatjes in multobladen tot gebouwen die ze met de trein of de auto passeert.
Het werk vindt plaats binnen de beperkingen die worden opgelegd door de context. Het is de gegeven ruimte die maatgevend is. Bij een muurschildering zijn dat de afmetingen en de vorm van de muur, een deur of de aanwezigheid van een stopcontact. Daarnaast zijn er de beperkingen die Sengers zichzelf oplegt. Zoals het toepassen van slechts één kleur of het precies inpassen van vierkanten in een omgeving. Altijd is er een belangrijke rol weggelegd voor de ruimte zelf, die op organische wijze onderdeel wordt van de schildering. De onbeschilderde lijnen, ontstaan door het gebruik van tape bij de opzet van de schildering, blijven deel uitmaken van het werk.
Het ontwerp voor de wandsculpturen ‘Up the Wall’ wordt eerst op de computer getekend, waarna het in aluminium wordt uitgesneden in het maximale formaat voor de lasersnijder. De vierkanten worden van diepte voorzien en, als waren het kastjes of dozen, tegen de wand geplaatst. In deze kaders wordt de ruimte gevat, wordt een deel van de muur opgenomen in het kunstwerk dat lijst en leegte tegelijk vormt. Het opengewerkte aluminium laat de achterliggende muur en de ruimte tussen beide een belangrijke rol spelen. Compositie en kleur worden nauwkeurig bepaald om de beoogde dialoog tussen illusie en werkelijkheid tevoorschijn te brengen. De schaduw heeft vrij spel binnen het afgebakende gebied, als in een klankkast. De contravorm wordt een tussenruimte waarin de effecten resoneren van Sengers ingrepen. Ze vormen, indirect, een nieuwe en vaak verrassende werkelijkheid.
Het lijkt wel of Sengers werk je via twee sporen tegemoet treedt. Je hebt het idee dat er iets te ontcijferen valt en tegelijkertijd kun je moeiteloos ‘verdwijnen’ in de ruimte die het werk voor je opent.
Renée Borgonjen